100.000 plus

01-11-2012 20:46

 

Het nieuwe kabinet staat nog niet op het bordes, of het heeft kleine en middelgrote gemeenten al tegen zich in het harnas gejaagd. Op de lange termijn streeft het kabinet Rutte II naar gemeenten met een minimale omvang van 100.000 inwoners. Op de kortere termijn zal het Kabinet bij de grote decentralisatieoperaties (zoals voor de jeugdzorg) zich gaan richten op de gemeenten die nu reeds 100.000 inwoners tellen.
 
Rutte heeft in de Tweede Kamer de soep al enkele graden koeler opgediend, aangezien een samenwerking tussen gemeenten ook tot de mogelijkheden behoort. Zolang het samenwerkingsverband maar meer dan 100.000 inwoners telt. En wie weet (zo opperde hij): komt er van samenwerking ook samenvoeging.
 
Deze wens tot schaalvergroting is te begrijpen, als het zou leiden tot omvangrijke structurele bezuiningen in barre economische tijden. In het heroverwegingsrapport Openbaar bestuur uit 2010 werd bijvoorbeeld voorgesteld, om 30 regiogemeenten te vormen en de provincies en waterschappen af te schaffen. Dat zou maar liefst 1,8 miljard aan structurele bezuinigingen opleveren. Een andere variant ging uit van 100 tot 150 gemeenten en 5 tot 8 provincies. Deze tweede variant was goed voor 1,5 miljard euro.
 
Er is een probleem met deze aannames. Ze stroken niet met de werkelijkheid. In de praktijk blijken grotere gemeenten helemaal niet efficiënter te zijn dan kleine. Uit een onderzoek van de universiteit van Groningen (https://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/grote-gemeenten-duurder-dan-kleine.169438.lynkx) bleek dat kleine gemeenten verhoudingsgewijs juist minder personeel hebben (aantal ambtenaren per 1.000 inwoners), dan grote gemeenten. Uit hetzelfde onderzoek bleek dat gemeenten na een herindeling niet aantoonbaar efficiënter hun prestaties voortbrengen, dan dat de afzonderlijke gemeenten deden voor de samenvoeging. Er is dus geen enkele sprake van een ‘herindelingwinst’. 
 
De universiteiten van Twente en Delft hebben in 2011 onderzoek verricht naar de efficiëntie van de afdeling burgerzaken van gemeenten(https://www.tbm.tudelft.nl/fileadmin/Faculteit/TBM/Over_de_Faculteit/Afdelingen/Afdeling_Innovation_Systems/Sectie_Innovatie_en_Publieke_Sector_Efficientie_Studies/Nieuws/IPSE_Studies_Nieuwsbrief/doc/IPSE_Nieuwsbrief11-2012-06.pdf). Het gaat dan bijvoorbeeld om de afgifte van paspoorten en rijbewijzen. Uit dit onderzoek blijkt dat schaalvoordelen omslaan in schaalnadelen, bij gemeenten met een inwonertal van circa 40.000. Ook dit onderzoek verschaft geen bewijs voor de stelling: ‘hoe groter, hoe beter’. In tegendeel.
 
Efficiënter zal het dus niet worden als dit kabinet vasthoudt aan 100.000+ gemeenten als norm. Bovendien is het ook niet mogelijk om een optimale schaalomvang voor alle activiteiten van gemeenten te berekenen. Het ophalen van huisvuil is bedrijfeconomisch gezien niet te vergelijken met het geven van zorg op maat. Dit kabinet zou er dan ook verstandig aan doen de samenwerking van gemeenten per functie of taak te faciliteren en de noodzakelijke kennis bij gemeenten naar een hoger plan te tillen, in plaats van te streven naar ‘one size fits all’ gemeenten.