Het principe
In Nederland is het voorstel ‘Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)’ aanhangig gemaakt www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/09/21/wetsvoorstel-houdbare-overheidsfinancien-hof.html. Dit wetsvoorstel heeft al de nodige aandacht gekregen, door de voorstellen die daarin opgenomen zijn over onder meer verplicht schatkistbankieren, de normering van het tekort van de decentrale overheden en de spanning die er bestaat tussen het kasstelsel alsmede het baten- en lastenstelsel. Aan de laatst genoemde onderwerpen zal ik in de komende dagen nog aandacht schenken. Maar ik wilde beginnen met een beschouwing over het achterliggende principe van de Wet Hof, namelijk dat budgettaire zelfbinding door middel van een wettelijke regeling ook effectief is.
Er zijn twee aanleidingen voor de Wet Hof, die ook beiden uitgaan van dit principe. Een nationale aanleiding en een door de EU geïnspireerd concept. Op nationaal niveau is de motie van Harbers en Blanksma-van den Heuvel (Kamerstukken II, 2010/2011, 32.565, nr. 4) van belang. Deze motie roept op begrotingsregels wettelijk te verankeren. Dan is er nog de EU. Het gaat dan vooral om de afspraken die gemaakt zijn tijdens de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011. De lidstaten van de eurozone hebben besloten om de vereisten uit het Stabiliteits- en Groeipact te verankeren in nationale wetgeving:
“De deelnemende lidstaten verplichten zich ertoe de in het Stabiliteits- en Groeipact vervatte begrotingsregels van de EU in nationale wetgeving om te zetten. Het staat de lidstaten vrij te kiezen van welk nationaal rechtsinstrument daartoe gebruik wordt gemaakt, zolang dat instrument bindend en duurzaam genoeg is (bijvoorbeeld de grondwet of een kaderwet). Het is ook aan de afzonderlijke lidstaat te besluiten in welke vorm het voorschrift wordt gegoten (bijvoorbeeld een rem op de schuld, een voorschrift betreffende het primair begrotingssaldo of een voorschrift betreffende de uitgaven), maar het moet in ieder geval de begrotingsdiscipline op nationaal en subnationaal niveau waarborgen. De Europese Commissie wordt in de gelegenheid gesteld om, met volledige inachtneming van de prerogatieven van de nationale parlementen, te worden geraadpleegd over de begrotingsregel in kwestie alvorens die vastgesteld wordt, om te garanderen dat hij verenigbaar is met en ondersteuning biedt aan de EU-regels.”
Duitsland
Dit idee komt uit de Duitse koker. Duitsland beschikt over een lange traditie van het verankeren van begrotingsnormen in de Grondwet. In de jaren voor 2009 bepaalde de Duitse grondwet dat het begrotingstekort niet hoger mocht zijn dan het bedrag van de overheidsinvesteringen, waarbij conjuncturele afwijkingen waren toegestaan. Dit was een dynamische variant van de gulden financieringsregel. Nu schrijft de Grondwet voor dat er sprake moet zijn van een begrotingsevenwicht.
Het hanteren van een begrotingsnorm als ijkpunt voor de financieel-economische besluitvorming is vanzelfsprekend nuttig, maar wat is de toegevoegde waarde van het opnemen in de Grondwet? In theorie zou dit een extra waarborg kunnen vormen voor de naleving, vanwege de status van de Grondwet maar ook omdat het constitutionele hof de naleving kan afdwingen. Duitsland kent een constitutioneel hof, dat begrotingwetten mag toetsen aan de Grondwet. In Duitsland heeft een dergelijke toetsing ook daadwerkelijk plaatsgevonden. In 1981 was de staatsschuld 1,9 miljard DM harder gegroeid dan de overheidsinvesteringen. Dit was in strijd met de toen geldende gulden financieringsregel.
In Duitsland is het Bundesverfassungsgericht als hoogste rechter verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de Grondwet en de toenmalige oppositieleider Helmut Kohl maakte een procedure aanhangig tegen de regering Schmidt-Genscher. In 1989 dus acht jaar later deed het Bundesverfassungsgericht pas uitspraak, toen Helmut Kohl zelf al jaren lang bondskanselier was. Bovendien velde de hoogste Duitse rechter ook geen inhoudelijk oordeel over de overschrijding van deze Grondwettelijke grens. Ook in de meer recente uitspraak over de Europese noodfondsen beperkt het Bundesverfassungsgericht zich tot beschouwingen over de wijze van verantwoording en de manier waarop voorkomen moet worden dat het budgetrecht van het parlement de facto uitgehold wordt www.bverfg.de/en/press/bvg12-067en.html en www.bverfg.de/en/press/bvg12-014en.html. Dat is ook niet zo vreemd, omdat rechters wel een visie hebben op de staatsrechtelijke functie van de begroting en het budgetrecht van het parlement, maar geen antwoord zullen geven op de vraag of de economie geholpen of geschaad wordt door een strikte naleving van een begrotingsnorm. Ondanks de Grondwettelijke toetsing, ontbreekt dus een effectieve sanctie op nationaal niveau.
VS
Ook in de VS wordt gegrepen naar staatsrechtelijke instrumenten voor het vergroten van de begrotingsdiscipline. In de Budget Control Act www.gpo.gov/fdsys/pkg/BILLS-112s365enr/pdf/BILLS-112s365enr.pdfdie aangenomen is in augustus 2011 zijn ook automatische bezuinigingen voorzien. Als een groep van 12 congresleden geen overeenstemming bereikt over een omvangrijk bezuinigingspakket, zal in 2013 een procedure in werking treden waarbij automatisch bezuinigingen worden opgelegd. Dit proces van het opleggen van automatische bezuinigingen heet Sequestration. Inmiddels verschijnen in de Amerikaanse Pers alarmerende berichten over wat er gebeurt met uitgavenprogramma’s, als de VS van de zogeheten ‘Fiscal Cliff’ afvalt www.cnbc.com/id/49464221/What_Is_the_Fiscal_Cliff. Ongetwijfeld is deze stok achter de deur ook bedoeld om de Republikeinen en Democraten te dwingen om ‘eruit’ te komen. Een mooie klus voor de net herkozen Obama.
Ook dit is echter eerder geprobeerd en op langere termijn werkt het niet. Zo was er de Gramm-Rudmann-Hollings Act die het begrotingstekort in de VS in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw moest beteugelen bancroft.berkeley.edu/ROHO/projects/debt/1985grammrudmanhollings.html. Wanneer de voor ieder jaar vastgestelde bovengrens voor het begrotingstekort met 10 miljard dollar overschreden werd, zou automatisch een bezuinigingsprogramma in werking treden. Alle bekende budgettaire trucs werden uit de kast gehaald om de werking van dit instrument te ontkrachten, zoals onrealistisch optimistische ramingen van de economische groei (te hoog) en het tekort (te laag), het naar voren halen van inkomsten en het naar achteren schuiven van uitgaven, het vroegtijdig inboeken van onzekere en boterzachte bezuinigingen, etc.
Nederland
Zoals bekend staat artikel 120 van onze Grondwet in de weg aan het toetsen van begrotingswetten aan de Grondwet( www.st-ab.nl/wetgrondwet.htm). Nederland kent ook geen constitutioneel hof. Sterker nog: een begrotingswet is ook een wet in formele zin, waarin gewoon afgeweken mag worden, van al hetgeen in de Wet Hof is geregeld. Als je het op de spits wilt drijven, zou je zelfs nog kunnen zeggen dat de bijzondere begrotingswet voor de algemene Wet Hof gaat.
In de Wet Hof worden ook zeer creatieve wegen bewandeld, om te kunnen voldoen aan hetgeen in EU-verband afgesproken is over de onafhankelijkheid van de toezichthoudende instellingen. Zo wordt het CPB opgevoerd als een onafhankelijke instantie, terwijl het in staatsrechtelijk opzicht toch echt een onderdeel is van het ministerie van EL&I. Vervolgens krijgt ook de Raad van State een rol toebedeeld. Dit hoge College van Staat is zeker onafhankelijk, maar geen toezichthouder. De Raad van State is een (bijzonder) adviescollege en een bestuursrechter. Bovendien beschikt de Raad van State over geringe economische kennis.
Kortom: in de landen waarin wel de juiste staatsrechtelijke randvoorwaarden voorhanden waren, werkte deze vorm van zelfbinding al niet. Laat staan dat dit in Nederland wel zal gaan werken, zonder de geschikte condities. Echte binding in de vorm van het overdragen van bevoegdheden aan de Europese Commissie, was aanzienlijk effectiever geweest dan zelfbinding op nationaal niveau uitgewerkt in halfslachtige constitutionele arrangementen. Overigens zal de Wet hof wel effect kunnen in Nederland, daar waar er geen sprake is van zelfbinding maar van binding. In het geval van de decentrale overheden kan het Rijk deze wel degelijk binden, aan opgelegde afspraken. Hierover zal in de komende blogs nog komen te spreken.
Conclusie
Al dit soort constitutionele hulpmiddelen hebben in het verleden bewezen geen bijdrage te leveren aan de bevordering van de begrotingsdiscipline. Het is zelfs gevaarlijk omdat er vertrouwd wordt op ineffectieve instrumenten en mechanismen. De automatische piloot is geen alternatief voor een intelligent budgettair beleid, dat zich rekenschap geeft van veranderende economische verhoudingen.